← Terug naar alle artikels

De onoverkoombare ‘delivery gap’ van de overheid

(mijn tussenkomst in het plenaire debat van 24 juni 2021 over de begrotingsaanpassing)

Beste collega’s,

Het begrotingstekort van 2020 bedroeg 42 miljard EUR. De overheidsschuld 515 miljard EUR. In 2021 zou het primaire tekort uitkomen op 5,4% van het bbp, na een tekort van 7,8% in 2020. Dat soort primaire tekorten zijn in België niet meer gezien sinds begin jaren 80. Alle redenen dus tot bezorgdheid. De verslechtering van deze situatie is uiteraard te wijten aan de corona-crisis waardoor een ongezien overheidsingrijpen noodzakelijk was. Zoniet zou het economische en sociale weefsel veel sterker beschadigd worden en dat op veel langere termijn..

De centrale vraag is vooral HOE er juist werd ingegrepen en WAT voor steun juist werd gerealiseerd. Als het over een tijdelijk overheidsingrijpen gaat waarbij geen recurrente uitgaven worden gedaan, dan valt daarmee te leven. Een al dan niet beperkte inflatie zal in dit geval de schuldgraad zelfs doen afnemen, waardoor een stuk van de schuld op een natuurlijke manier weg wordt gesaneerd. Maar inflatie bij nulrente is een verdoken vermogensbelasting als financieringsmiddel.

Echter, wanneer het overheidsgrijpen structureler is en waarbij de focus vooral ligt op het financieren van recurrente uitgaven, verandert het plaatje compleet. Op dat vlak maak ik me steeds meer zorgen. Veel van de steun is sector-specifiek en loopt het risico om na de corona-crisis aanzien te worden als een verworven recht. Niet alleen de diverse BTW-verlagingen, maar ook het opzetten of de uitbreiding van bepaalde gunstregimes. Wat tijdelijk van toepassing moet blijven, moet tijdig afgebouwd worden. Afkicken. Dat is nooit evident. 

We kunnen de rekening van voorbije en huidige deficits (en niet alleen de extra covid-deficits) niet systematisch voor ons blijven uitschuiven. Nu al is de vereiste budgettaire inspanning die moet geleverd worden een stuk groter dan die van de regeringen Dehaene kopte de Tijd gisteren nog. Er zal dus gericht gesaneerd moeten worden en tegelijkertijd aanzienlijk moeten worden hervormd om de pensioenrekeningen te kunnen blijven betalen.

Ik ben blij dat staatssecretaris De Bleeker niet alleen een ‘cijfermens’ is, maar ook er voor uit ‘spending reviews’ hoog op de agenda heeft gezet.

Maar laten we toch ook kijken naar hoe we onze begrotingsdiscipline kunnen verhogen want er is meer aan de hand dan uitgaven alleen: het begrotingssysteem op zich is achterhaald en dient verder te worden gemoderniseerd. Daarin verscheen net een zeer interessant rapport van VOKA over de houdbaarheid van onze overheidsfinanciën. Het blijkt dat we op vlak nog heel wat kunnen leren van onze buurlanden. 

Zo ramen in Nederland het Centraal Planbureau en het Ministerie van Financiën de belastingopbrengsten onafhankelijk van elkaar. Bij een substantieel verschil zoeken de instanties de oorzaken van de verschillen uit.  Duitsland schrijft de belastingontvangsten in de begroting in op basis van een consensus van verschillende instellingen. Het VK gaat nog verder. Daar schat het onafhankelijke Office for Budget Responsibility (OBR) sinds 2010 de meerjarige budgettaire impact in van alle begrotingsmaatregelen. De regering is ertoe gehouden deze schattingen te verwerken in haar begrotingsopmaak. Jaarlijks worden die voorspellingen ook vergeleken met de verwezenlijkingen in een publiek toegankelijk evaluatierapport.

De samenleving rekent er vandaag op alle risico’s op de staat te kunnen afschuiven, omdat de politiek claimt dat ze het wel zal oplossen. Wat ze uiteraard niet kan. Zo organiseert de democratische politiek haar eigen nederlaag. 

Laten we de komende periode gebruiken om de werking van onze staat verder te verbeteren. Een doordacht relancebeleid komt op de eerste plaats. Dat wil zeggen zo snel mogelijk alle compensatieregelingen afbouwen, maar ook gericht investeren in infrastructuur en nieuwe sectoren in combinatie met de hervorming van de arbeidsmarkt.

De echte duurzame oplossing ligt echter in een meer terughoudende rol van de staat om de vrije markt de motor te laten zijn van het herstel. Laten we met een fijne kam door onze staatsuitgaven gaan. Hierdoor kunnen we de begroting op orde brengen, een faire fiscale hervorming doorvoeren en beleidsruimte voorzien om waar nodig te leren uit de fouten tijdens corona. 

Maar vooral moet de politiek helder definiëren wat binnen haar mogelijkheden ligt en wat niet en dat ook zo uitvoeren en uitdragen. Omwille van de onoverbrugbare “delivery gap” die het onbehagen verder laat gedijen. Meesterstrateeg Von Clausewitz schreef dat “de terugtocht de moeilijkste is van alle operaties”.

Er is dus heel wat werk aan de winkel, maar de ingeslagen weg moeten we nu resoluut verderzetten.

Ik dank u.