← Terug naar alle artikels

Overheid kan niet elke schade compenseren

(Tussenkomst in de Kamer op 27 oktober 2022 – 4de begrotingsaanpassing)

Ik wil de gelegenheid wel aangrijpen om mijn grote bezorgdheid te uiten over de vooruitzichten voor de volgende jaren en de moeilijke beslissingen die hiermee gepaard zullen gaan.

Een wereldwijde pandemie, gevolgd door oorlog in Europa en een energieschok, dat hebben we moeten trotseren. Maar dat is geen excuus om het beleid niet opnieuw richting begrotingsevenwicht te sturen. Niet evident. Ei zo na hadden we hier een BTW verlaging op zeep goedgekeurd om de corona-epidemie te bestrijden. We moeten in een democratie roeien met de riemen die de kiezer ons heeft gegeven. En zorgen dat dit land bestuurd wordt.

Uitzonderlijke tijden dus, die uitzonderlijke maatregelen vergen.

Op korte termijn….  maar ook op lange termijn.

Het is volkomen terecht dat deze regering kosten noch moeite heeft gespaard om de gevolgen van beide crisissen te milderen om de koopkracht van onze bevolking te beschermen en het economische weefsel veilig te stellen.

Maar er is een maar en een meer.

Als ondernemer weet ik uit ervaring dat crisistijden nopen tot het in vraag stellen van hetgeen wat ons gebruikelijk en verworven leek.

Doelgericht maatregelen nemen. Ze regelmatig re-evalueren, bijsturen, faseren, en ook tijdig afbouwen.

Spaarzaam zijn met de schaarse middelen. 

Lessen trekken uit de fouten van het verleden.

Ze niet meer herhalen.

Crisissen bestrijden betekent er alles aan doen om het tij te keren.


NBB gouverneur Pierre Wunsch drukte vorige week terecht zijn angst uit om terecht te komen in een Europese subsidie-oorlog die de inflatie verder aanjaagt. En de intrestvoeten mee omhoog trekt.

En dat terwijl de economie drastisch tot stilstand dreigt te komen.

Zo geraken we dus ook geen stap vooruit.

De Belgische staat heeft extreme wendbaarheid getoond door snel nieuwe steunmaatregelen in te zetten.

Maar het is oppassen geblazen om die steunmaatregelen als structureel verworven rechten te beginnen zien.

Eenzelfde wendbaarheid is ook nodig om die steunmaatregelen zo snel mogelijk ook af te bouwen wanneer ze niet meer nodig zijn.

Dat buurlanden als Duitsland en Nederland soortgelijke maatregelen nemen is overigens ook makkelijk praten.

Ze torsten geen begrotingstekort en schuldgraad mee zoals wij die hebben.

Ze hebben ook geen automatische indexkoppeling zoals wij die hebben.

Ik ben blij dat staatssecretaris De Bleeker het voortouw neemt om het begrotingsproces verder te professionaliseren. Dat is hoog nodig.

Tot slot wens ik te herhale wat ik in de commissie gezegd heb :

Wij moeten ons bezinnen over de verwachting , de wensdroom, dat de staat elk risico en elke schade kan compenseren.

Het is de opdracht van een regering structurele oplossingen te bieden of te faciliteren.

Mensen en bedrijven verdienen steun als het moeilijk gaat.

Maar we moeten ook werken aan gedragsverandering, doorgedreven innovatie inspanningen en gerichte investeringen. 

En een gezonde marktwerking.

Als we niet oppassen belanden we in een subsidie-economie waar burgers en bedrijven al hun energie steken om op steunmaatregelen beroep te kunnen doen onder vorm van fiscale incentives of rechtstreekse toelagen.

En dat – al te vaak – in de wetenschap dat ingeval zij hun gedrag, investeringen en processen niet aanpassen, ze toch beroep kunnen doen op een schadevergoeding door de staat.

We riskeren de volgende jaren in een recessie terecht te komen.

Dan moeten we misschien een aantal onrealistische of niet langer haalbare beloftes in trekken.

Net daarom moeten we bijzonder omzichtig met overheidsfondsen omgaan.


Steun geven om de steun is water naar de zee dragen.

Het is empathie tonen maar het lost structureel niks op.

Het is de cafébaas die tournee generale geeft op kosten van de klanten.

We hebben dat in de jaren ’70 al eens geprobeerd.
We betalen daar nog altijd voor af.