← Terug naar alle artikels

“De middenstand regeert het land.” Of is het de stilstand?

(Zomeruniversiteit Jong VLD – 10 juli 2022)

Luc De Vos zaliger zong ooit dat de middenstand het land regeert, beter dan ooit tevoren.

Het is maar de vraag of dat ooit het geval is geweest, of dat nu het geval is en of dat ooit het geval zal zijn.

Wat wél als een paal boven water staat, is dat we economische welvaart nodig hebben om ons sociale systeem in stand te houden.

Vandaag gaat de wereldeconomie door een zware storm. De geopolitieke aardverschuivingen en hun gevolgen op militair vlak zullen bepalen of we terechtkomen in een ‘perfecte storm’ dan wel dat we binnenkort in kalmere wateren terecht komen.

Ik zie vier redenen om ons bijzonder veel zorgen te maken.

1) Ik zal beginnen met de gemakkelijkste, al dachten we daar een jaar geleden nog anders over. De covid-pandemie heeft een schokgolf veroorzaakt in de wereldeconomie, die maar blijft duren.

We hebben een wereldeconomie gecreëerd met grote internationale interdependentie en goederenstromen die als een Zwitsers uurwerk volgens het just-in-time principe functioneren.

Dat werkt allemaal prima zolang er geen zand in de machine loopt. Corona gooide emmers zand in de machine waardoor de wereldwijde supply chain ontregeld is, en die ontregelingen nog altijd nieuwe ontregelingen veroorzaken. Wie onlangs een auto heeft besteld, op wacht voor reserveonderdelen voor eender welk product, weet wat ik bedoel.

De afgelopen twee jaar is er veel gedebatteerd over het dichter bij huis halen van productie-eenheden, het zogenaamde nearshoring.

Daar valt wat voor te zeggen, maar de vraag is of we als consumenten de prijs daarvan willen betalen.

Wat ons land betreft, is de overheid massaal tussengekomen om de koopkracht te ondersteunen en groter economisch onheil te vermijden.

Dankzij de veerkracht van de vele ondernemers is dat gelukt.

2) De tweede reden is uiteraard Oekraïne.

De inval in Oekraïne is niet alleen te veroordelen en rechtvaardigt sancties tegen Rusland. Maar ze doet ons echter ook economisch pijn.

De boycot van olie en gas die Europa heeft opgelegd is ongetwijfeld op lange termijn een versnelling van de energietransitie, maar ontploft nu in ons gezicht.

Maar er is meer. Het is veelzeggend dat de Amerikaanse president Biden enkele weken geleden verklaarde dat het échte doel van de militaire inspanningen in Oekraïne niet Rusland maar wel China is. De strijd om de wereldhegemonie.

De economische gevolgen van deze spanningen kunnen dus veel verstrekkender worden dan dat ze nu al zijn.

3) Dan is er energie : het geopolitiek wapen bij uitstek.

Dat was zo tijdens de oliecrisis van de jaren ’70 van de vorige eeuw. De Arabieren draaiden de gaskraan dicht, met een grote olie schaarste en spectaculaire prijsstijgingen tot gevolg. Het leidde onder andere tot enkele autoloze zondagen (nu dienen die in de nazomer op een mooie zondag om fietsers ongestoord in stadscentra te laten rondrijden). Toen was het een kwestie van economisch overleven.

De Russen zijn nu de boosdoeners van dienst. Uitgerekend vandaag zullen de Russen Nordstream I dichtdraaien. Nordstream I werd in 2008 met veel tromgeroffel nog geopend in het gezelschap van toenmalig president Medvedev, bondskanselier Merkel en de Franse premier Fillon.

Wat waren we achteraf bekeken naïef.

Met gasreserves die onvoldoende gevuld zijn, valt onder andere voor Duitsland economisch het ergste te vrezen. Men plant er stukken industrie gewoonweg af te schakelen om de winter door te geraken. Als dat het geval is, rekent men op een economische krimp van 12%.

Achteraf bekeken is het ook niet slim geweest om vol en alleen in te zetten op hernieuwbare energie en kernenergie volledig af te zweren.

Als het donker en windstil is, heb je ook energie nodig en dan zijn kerncentrales handig en bovendien koolstofneutraal.

De sluiting van alle centrales werd gelukkig vermeden.

En ik ben een grote voorstander van research in de nieuwe generaties kerncentrales. Hiervoor heb ik gepleit en in het akkoord van 23 december zijn ook door de federale regering onderzoeksmiddelen voorzien.   

4) We hebben door een té gul monetair beleid de afgelopen tien jaar de problemen te ver voor ons uitgeschoven.

De centrale banken hebben na de grote kredietcrisis en nadien de Eurocrisis met hun lage rentebeleid en hun geldcreatie de economie verder laten draaien. Maar hierdoor heeft men de recessie die er eigenlijk moest komen, kunstmatig overgeslagen.

Recessies zijn pijnlijk, maar een essentieel onderdeel van economische cycli. Ze zuiveren en rationaliseren het economisch weefsel.

Ik vrees dat men door het probleem voor zich uit te schuiven dat alleen maar groter heeft gemaakt. In de Eurozone heeft de politiek van “whatever it takes” ook budgettaire discipline onderaan de prioriteitenlijst gezet. Voor een pak noorderburen is dat geen man overboord, maar bij ons ligt het anders. Ik kom er dadelijk op terug.

Vier elementen dus:

  • Verstoring van de wereldeconomie door de naweeën van covid-19
  • De geopolitieke machtsstrijd tussen Oost en West
  • De moeizame energietransitie
  • De onhoudbaarheid van het monetaire beleid

Zij leiden thans tot een explosieve cocktail die ons tot een situatie van stagflatie dreigt te brengen. Economische recessie, of zelfs depressie, gekoppeld aan een hollende inflatie. Dit is de perfecte storm waar we nu mondiaal in dreigen terecht te komen.

Ons Belgisch economisch weefsel

Dit is met een lange aanloop de actuele economische toestand waar we ons in bevinden.

De onderlegger waarop waarin we welvaart en welzijn in dit kleine land moeten creëren. Dat moeten we doen in een politieke constellatie die evenmin ideaal is. Dat is ze zelden geweest. Het ziet er ook niet naar uit dat ze snel gaat veranderen.

We zijn een kleine open economie. Zeer afhankelijk van de internationale context. Goed beleid kan het verschil maken. Maar dat is moeilijk.

De middenstand regeert niet het land. Eerder de stilstand.

We zijn een gestold land in vloeibare tijden waarin alles razendsnel verandert. We zijn geen land van grote hervormingen, eerder volgelingen van de processie van Echternach.

Twee stappen vooruit. Eén achteruit. Als het meevalt.

Ingrijpende veranderingen in ons land zijn enkel mogelijk indien we de rand van de afgrond voldoende naderen. Door externe druk en niet van binnenuit.

Zo was het onder Europese druk dat België in 1982 uiteindelijk zijn Belgische frank devalueerde om aan het herstelbeleid te beginnen.
Zo was het ook Europa dat ons vanaf 1992 het begrotingstekort afbouwen om in de euro te kunnen stappen.

Zo was het, en zo is het helaas vandaag nog altijd het geval. Net zoals de hervormingsdynamiek stilvalt eens de grootste nood gelenigd is. Exemplarisch is de laconieke houding van PS-voorzitter Magnette over de uitblijvende pensioenhervorming en zijn cynisme over lopende zaken.

Onze openbare financiën zijn al een eeuw een zorgenkind.
We slagen er niet in om een anticyclisch begrotingsbeleid te voeren.

Elke hoogconjunctuur leidt tot een groter overheidsbeslag en een uitbreiding van sociale zekerheidsuitgaven.

We geven de voorkeur aan overheidsconsumptie in plaats van te investeren. Het jammere gevolg is dat bij elke recessie de overheidsfinanciën opnieuw twee stappen achteruitzetten. Onze staatssecretaris Eva De Bleeker vecht op dat vlak een ongelijke strijd uit tegen links in de federale regering.

De middenstand regeert dus niet het land. Maar ze houdt het land wel draaiende. En het klimaat waarin dat moet gebeuren, is niet ideaal.

Daarom moeten we drie grote werven tegelijkerheid aanvatten:

  • We koppelen een brede fiscale hervorming waarin we verlagen en vereenvoudigen aan een kerntakendebat.
  • We hervormen onze arbeidsmarkt om ze flexibeler en aantrekkelijker te maken. Zo krijgen we eindelijk de werkzaamheidsgraad van 80% in zicht.
  • We stellen de houdbaarheid van onze pensioenen en onze sociale zekerheid veilig door ook daar hervormingen door te voeren.

Die drie werven moeten leiden tot een slankere en efficiëntere staat met overheidsfinanciën die op orde zijn.

Het is mijn rol als parlementslid om te blijven hameren op de noodzaak van die werven. Los van onze rol in de huidige federale coalitie. We moeten op dezelfde nagel blijven kloppen. Tegelijk moeten we goeie randvoorwaarden creëren voor ondernemers.

Om drempels tot ondernemen weg te nemen. Want die zijn er nog te veel.

Laten we eens kijken naar de maatgevende “Ease of doing business index” van de Wereldbank. Die meet wereldwijd hoe makkelijk het is voor ondernemers om een bedrijf op te starten in alle stappen waarbij de overheid moet tussenkomen. Bouwvergunningen, contracten met nutsmaatschappijen, het oprichten van de rechtspersoon van de onderneming, kredietaanvragen en alles met betrekking tot ondernemingsfiscaliteit.

We staan daarbij op een povere 47e plaats. Tussen Slovakije en Armenië. Het kan dus sneller, makkelijker en ongetwijfeld ook eenvoudiger.
Dat zou ons overigens ook een pak extra economische groei opleverde. De OESO berekende dat een beter beleid op dat vlak ons op termijn 1,5% extra groei zou opleveren. Meer dan de moeite waard dus om op in te zetten.

We kunnen niet zeggen dat er niks gebeurt.

Voor 2020 raamde het Federaal Planbureau de totale kosten van de administratieve lasten voor de Belgische ondernemingen en zelfstandigen op 4,94 miljard euro, ofwel 1,08% van het BBP. Hoewel dit een substantiële daling is t.o.v. 2016, heeft België nog veel marge tot verbetering.

Werken rond administratieve vereenvoudiging voor ondernemingen heeft soms wat weg van duwen op een waterbed. Het wordt bovenaan platgedrukt, maar wordt eigenlijk gewoon opzij geduwd.

Samen met collega-Kamerlid en onderneemster Kathleen Verhelst heb ik een resolutie voorbereid waarin ik een vijftal pijnpunten voor ondernemers wil aanpakken.

De voorstellen tot een vlotte “license to operate” voor ondernemers bundelen we in een resolutie die we in het najaar in het federaal parlement zullen bespreken.

Als parlementslid kunnen we niet de revolutie ontketenen. We kunnen wel op het debat wegen, mensen inspireren en af en toe met voorstellen enkele stenen in de rivier verleggen.

Dat, beste vrienden, moet het doel zijn.

Op basis van onze liberale overtuiging aan sterke ideeën en plannen werken en mensen daarvan proberen te overtuigen.

Dat is iets, beste vrienden, wat jullie deze week nog deden aangezien jullie tweet over de fiscale hervorming nog ter sprake kwam in het kamerdebat.

Net zoals ik dat vanuit mijn plaats in het parlement doe, wens ik jullie véél frisse ideeën en overtuigingskracht toe als Jong VLD.

Jullie moeten af en toe de steen in de kikkerpoel werpen, het vanzelfsprekende in vraag stellen en de gevestigde orde uitdagen.

Wees daarbij steeds authentiek en creatief !

Christian Leysen