Is al het budgettaire gezond verstand verdampt?
(Interventie tijdens de plenaire vergadering van 25 juni 2020, ter gelegenheid van de bespreking van de voorlopige twaalfden voor juli tot oktober 2020)
Beste collega’s,
Ook al ben ik nu één jaar parlementslid, toch val ik in deze Kamer nog steeds van de ene verbazing in de andere. Met welk misprijzen voor de beginselen van een verantwoord begrotingsbeleid en degelijk parlementair bestuur gaat men hier te werk?
‘Alles is hoogdringend’, ‘Adviezen worden liefst niet gevraagd’ en ‘Alle coalities, ook de meest ongezonde allianties, zijn mogelijk,’ lijken de nieuwe lijfspreuken te zijn geworden van menig parlementslid.
‘Dit heb ik de voorbije jaren nooit gezien,’ zei een collega me daarnet. En terecht: want zelfs extreemlinks en extreemrechts worden ingeschakeld wanneer het goed past. Of beter: alle variaties van links slaan de handen in elkaar om een catastrofale budgettaire koers te varen. Gaande van traditioneel, ‘staatsuitgavendragend’links, groenlinks, communistisch links tot ‘het kameleon-links’ van het Vlaams Belang — vermits je de woorden socialistisch en nationalistisch niet samen mag gebruiken.
Op twee uur tijd werd plots een amendement in elkaar geflanst om dit jaar nog eens honderd miljoen euro extra uit te geven. Dat alles gebeurde in het kader van de voorlopige twaalfden, ofte: een virtuele begroting. Een begroting waarbij geen begrotingscontrole nodig is, waarbij geen beleid kan gevoerd worden en waarbij men probeert iets aan elkaar te lijmen.
Akkoord: er zijn een heleboel hoogdringende maatregelen genomen die meteen nodig waren. Er zijn mensen die heel hard gewerkt hebben tijdens deze crisis. In de zorgsector bijvoorbeeld, waar zo’n 10.000 personen dag en nacht in de weer waren — maar dan beslist men hier om aan 125.000 mensen een premie te geven onder het mom ‘De overheid zal het allemaal wel betalen.’
We gaan jaarlijks 200 miljoen euro extra opzij zetten voor gratis psychologische hulp. Ik vraag me af of het parlement daar zelf ook beroep op kan doen.
Helikoptergeld
Ik stel me dan ook geregeld de volgende vraag: is al het budgettaire gezond verstand verdampt of verdwenen tijdens de coronacrisis? Of gaat het hier enkel om een manoeuvre van de PS om zijn ‘pouvoir de nuisance’ tentoon te spreiden (op een ogenblik dat de regering met de sector onderhandeld ) ? Als reaktie op het feit dat duidelijk wordt dat men als partij toch geen honderd procent incontournable is?
Het verbaast mij wat voor soort gebrekkig werk men probeert door te duwen. We zullen nog zien tot welk resultaat dat zal leiden. Met de blouses blanches bijvoorbeeld hebben we gezien hoe men die grote slogan in een wettekst goot en tot uitvoering probeerde te brengen.
Mijn grote zorg is dat dit parlement stilaan het ‘parlement van de grote herverdeling’ aan het worden is. Niet de herverdeling tussen rijk en arm, maar tussen vandaag en morgen. Alles nu uitgeven en niets meer voor morgen overhouden.
De kas is al leeg en we hebben de volgende generatie al een dienst bewezen door hen op te zadelen met een enorme schuldenberg. Iedereen draagt vandaag een rugzak mee met 40.000 euro aan schulden. Tegen einde van het jaar wordt die aangedikt tot 44.000 euro per persoon.
Toch kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat men gelooft dat het geld, en helikoptergeld in het bijzonder , uit de hemel zal komen gedwarreld. Want vergis u niet: het geld uitgeven dat men niet heeft, zal iemand ooit moeten betalen. Anders gaan we rechtstreeks richting hyperinflatie, zoals econoom Paul De Grauwe al zei en men 100 jaar geleden in Duitsland aan den lijve heeft ondervonden — met bankbriefjes van 100 miljoen ‘reichsmark’ als gevolg.
Het beleid wordt gevoerd door een regering, dat klopt, maar het feit dat we sinds 2017 geen goedgekeurde begroting meer hebben is te danken aan de N-VA. Ik ben een pleitbezorger van minder, maar betere wetten, regels en instellingen. Men zal bij dus geen pléade voor nieuwe regels en voorstellen horen. Ik hoop dat ik, wanneer mijn mandaat ten einde is, kan besluiten dat ik een heleboel wetten en regels heb vereenvoudigd of liefst zelfs heb afgeschaft.
Ik denk dan ook dat bij wetgevend werk, in tegenstelling tot wat we vandaag zien, haast en spoed zelden goed zijn. Inmiddels worden hier veel resoluties – met dezelfde spoed – goedgekeurd. Maar dergelijke resoluties die we hier in de Kamer zien, zijn verklaringen van een vaste of een toevallige meerderheid aan een regering die zelf nog een meerderheid zoekt.
Als de geldkraan open moet om de economie te herlanceren, dan zal men door middel van ‘sinterklaaspolitiek’ onvermijdelijk gestes proberen te doen naar de kiezer. Investeringen in verschillende domeinen zijn nodig, dat klopt, maar enkel als het gaat om investeringen die de toekomst van de volgende generaties rechtstreeks ten goede zullen komen. Geen helikoptergeld dat nergens toe leidt, maar bijvoorbeeld investeringen in onderwijs, research, klimaat en mobiliteit. Wanneer de overheid geld uitgeeft, moet die zich gedragen zoals een goede huisvader dat zou doen in tijden van crisis.
Waarheid onder ogen zien
We leven te veel op ‘korte termijn’. Misschien is het eigen aan de politiek om geen lange termijn-visie te durven uitdenken. Misschien zeg ik dingen die sommigen in het parlement niet graag horen. Ook ik zou liever meer parlementaire vergaderingen zien waarbij geen camera’s aanwezig zijn, omdat ik merk dat de debatten inhoudelijk veel sterker zijn wanneer die er niet aan te pas komen.
Volgens de Nationale Bank zullen we dit jaar in België 47 miljard euro minder inkomsten hebben. Voor de burger betekent dat dat er 5 miljard euro netto minder in het laatje zal komen, voor de bedrijven 8 miljard en 34 miljard, maar liefst drie vierde van dat totale bedrag, voor de overheid. De overheid gaat dit jaar 17 procent minder verdienen, zodat ze uiteindelijk 20 procent meer gaat uitgeven dan dat er binnekomt.
We leven hier dan ook in een virtuele wereld en gaan ervan uit dat een crisis niemand iets zal kosten. De urgentie primeert op de financiële gevolgen. De ene persoon zal uiteraard meer lijden onder de crisis dan de andere, maar we zullen met z’n allen moeten opdraaien voor de gemaakte kosten. We moeten die waarheid onder ogen durven zien.
Ik ben ontevreden over onze werkmethodes, want ik denk dat we veel beter kunnen. Dat geldt voor alle partijen. Ook wij hebben als partij een historiek en een verantwoordelijkheid. Maar ofwel blijven we naar het verleden kijken, elkaar de zwarte piet doorschuiven en sinterklaas spelen, ofwel kijken we naar de toekomst en naar de volgende generaties.
Het is tijd om na te denken over onze werkwijzen, want het kan en moét anders. Als er veel geld verdeeld wordt, belandt er onvermijdelijk een deel waar het niet moet belanden. Als mensen die één dag technisch werkloos waren een cheque krijgen om hun energiefactuur te betalen, ook al wonen ze nog bij hun ouders, dan is zit er iets fout. De verschillende bevoegdheidsniveaus gingen dan ook driest te werk onder het motto ‘straf, straffer, strafst.’
We hebben te veel instellingen die allemaal voor sinterklaas willen spelen, dus u zal mij en anderen als uw bondgenoot vinden voor een beleid dat op de lange termijn en op verantwoordelijkheid mikt. Ondanks mijn ontevredenheid over de huidige situatie zullen wij als fractie deze voorlopige twaalfden steunen, maar ik hoop met u allen in de toekomst te kunnen samenwerken voor een daadkrachtiger beleid.