Hervorm de havenarbeid !

Het Belgisch Grondwettelijk Hof vraagt aan het Europees Hof van Justitie of de wet-Major in strijd is met het principe van de vrijheid van vestiging. Het in 2016 moeizaam bereikte (Belgisch) compromis dat niets ten gronde oplost, staat daarmee opnieuw op de helling. Is het niet hoog tijd om te stoppen met struisvogelpolitiek en het achterhaalde corporatistische arbeidsregime in havengebieden naar de geschiedenisboeken te verwijzen? De noodzakelijke expertise bij het laden en lossen van schepen heeft geen uitstaans met de eis om alle werk in havengebieden voor te behouden aan syndicaal ingebedde (en ondanks de schaarste nog steeds vooral blanke) werknemers. Bovendien zijn de regels voor de echte havenarbeid ook aan herziening toe.

Op 8 mei stond de havenarbeid bovenaan de agenda tijdens het Antwerpse lijsttrekkersdebat van Voka Antwerpen-Waasland. Voka riep de volgende federale regering op om de wet te hervormen. Als enige lijsttrekker heb ik me ondubbelzinnig achter die eis geschaard.

Het aarzelende optreden van de bevoegde minister en de terughoudendheid van de bedrijfswereld om de bezwaren duidelijk en met luide stem kracht bij te zetten, hebben het enthousiasme in Brussel om verdere stappen te ondernemen gefnuikt.

Scheepvaart en logistiek zijn de voorbije decennia fundamenteel veranderd. De arbeidsorganisatie van onze haven en haar bedrijven is een belangrijk element in de concurrentiestrijd van Antwerpen met Hamburg, Rotterdam en Le Havre. De veiligheid en beroepsbekwaamheid van ons havenpersoneel zijn een absolute troef die echter wordt geneutraliseerd door de starheid van de regels.

Antwerpen mag zich dan verheugen op groeiende containertrafiek, reeds jaren verliest de haven echter in de niet-containergebonden activiteiten trafiek aan andere Scheldehavens zoals Vlissingen, die een eigentijdse arbeidswetgeving hanteren. Dat zijn overigens activiteiten die trouwens veel meer toegevoegde waarde via behandeling in en rond de havens genereren dan de containertrafieken die gewoon via onze Scheldestad passeren. We laten ook een pak zuiver logistieke investeringen in het havengebied aan onze neus voorbijgaan door de strikte en door de feiten achterhaalde regels. Er staat vandaag een muur van magazijnen juist over de grens in Noord-Brabant die de e-commerce draaiende houdt. De werkloosheid zit daar thans onder de 4%. In het arrondissement Antwerpen telde de VDAB in mei 9% werklozen. We zouden een massa kortgeschoolden aan een job en een toekomst kunnen helpen en de fameuze mismatch op de Antwerpse arbeidsmarkt deels naar het verleden kunnen wijzen.


De keuze is dus duidelijk. Aanvaarden we dat we krimpen door corporatisme of knopen we aan bij duurzame groei? Leggen we ons neer bij een toekomst als doorgeefluik voor containers met groeiend fileleed of willen we een wereldhaven met een industriële toegevoegde waarde en ambitie zijn? Ik kies voor een Antwerpse haven die groeit en stuwkracht geeft aan onze economie.  Een haven die competitief kan zijn en die duurzame tewerkstelling en toegevoegde waarde creëert. Dat doel kunnen we niet bereiken zonder afscheid te nemen van functies en ploegsamenstellingen uit het verleden die verworden zijn tot blokkeringsmechanismen en leiden tot nutteloze kostprijsverhogingen.

We hebben een modern en flexibel statuut nodig voor de havenarbeid waar de logistieke activiteiten worden uitgelicht. Erkende en geschoolde havenarbeiders moeten ingezet worden op hun sterktes, terwijl zuiver logistieke activiteiten ook in het havengebied worden uitgevoerd in het kader van een eigen en flexibel contigent. Werkgevers en vakbonden moeten eindelijk de loopgraven uit en beseffen wat er écht op het spel staat: het veiligstellen van welvaart in onze regio. Sociaal overleg is de beste methode. Maar dan moet er een wil zijn om snel tot een oplossing te komen. Bij gebrek aan een daadkrachtige regering moet het parlement zo nodig zijn verantwoordelijkheid nemen.