← Terug naar alle artikels

finCEN-files: werk aan de winkel om internationale fraude aan te pakken

Naar aanleiding van de publicatie van de FinCEN-files heeft de commissie Financiën en Begroting op 10 november een hoorzitting georganiseerd. Met de FinCEN-files wordt verwezen naar de 2.100 gelekte documenten van de Amerikaanse witwascel waarin Belgische banken meermaals vernoemd worden. De documenten hebben betrekking op de periode 2008 tot 2017. Adviseur Jacques Cornette volgde de hoorzitting en geeft hieronder zijn reflecties.

In de voormiddag hebben Febelfin en diverse grootbanken toegelicht wat ze reeds gedaan hebben en wat ze van plan zijn te realiseren op het gebied van anti-witwas. Het gaat dus voornamelijk om het opsporen en doorgeven aan de bevoegde instantie (de CFI – Cel voor Financiële Informatie) van alle financiële verrichtingen die mogelijk verband kunnen houden met terrorisme, drugshandel, fraude, inclusief sociale of fiscale fraude. Alle verdachte verrichtingen moeten doorgegeven worden. Het is aan de CFI om deze verrichtingen nader te onderzoeken en door te geven aan de bevoegde instanties voor mogelijke gerechterlijke of andere stappen. Misschien spijtig dat de 4 grote banken, elk individueel,  een presentatie hebben gehouden; daar waar elk van hen  de noodzaak van een nauwere samenwerking tussen alle betrokkenen, de uitvoerende en wetgevende macht inclusief, heeft aangegeven. 

De CFI – die tijdens deze hoorzitting niet aan bod kwam – is een onafhankelijke organisatie opgericht in 1993 en dat onder toezicht staat van de ministers van Financiën en Justitie.  In 2019 heeft ze 26.000 meldingen ontvangen en er 1065 doorgestuurd naar de bevoegde instanties (gerecht, fiscus, douane,..).

In de namiddag heeft de Nationale Bank nader toegelicht welke rol de wetgever haar heeft opgelegd in het kader van de anti witwas, de AML-wetgeving (Anti Money Laundering). De Nationale Bank controleert hierbij 231 Belgische instellingen.  Opmerkelijk is dat ze van alle instellingen – of beter gezegd bepaalde specifieke activiteiten van deze instellingen – 18 % catalogeert als hoog risico en 22% in gemiddeld hoog risico. De Nationale Bank is daarnaast in nauw contact met andere Europese controle instellingen.  Immers alleen een zeer efficient en sluitende aanpak op Europees en mondiaal vlak kan tot goede resultaten leiden. Dat de laatste jaren deze problematiek fors aandacht heeft gekregen, kan afgeleid worden uit het feit dat het team dat hiermee bezig is op 5 jaar tijd groeide van 5 naar 22 personen (vte).

Het is duidelijk dat de financiële instellingen tekort hebben geschoten en er mogelijk  fouten zijn gemaakt. De wetgeving is recent verstrengd met zwaardere sancties. Bepaalde betrokken personen binnen de financiële instellingen zijn voortaan persoonlijk verantwoordelijk. Grootbanken vrezen ook steeds meer imagoschade. De problematiek wordt dus ernstig genomen, en leidde de laatste jaren tot zware investeringen in personeel en systemen. Dat het nu hoog op de agenda staat van de directiecomitees van de betrokken instellingen  en dat het een forse investering zal blijven vragen is duidelijk. De vraag kan gesteld worden of alle financiële instellingen en dus ook de kleinere en gespecialiseerde instellingen de draagkracht hebben om de zware investering te dragen.

Een volledig verslag van de presentaties en van de interessante vragen van de diverse commissieleden, waaronder deze van Christian Leysen, zou ons te ver brengen. Laat ons voornamelijk kijken naar wat volgens mij de voornaamste conclusies zijn van deze dag. 

De wetgeving en haar implementatie zijn nog maar in hun beginstadium volgens de Nationale Bank. Nog meer middelen en mensen zullen noodgedwongen ingezet worden door de financiële instellingen om hun rol als aangever van transacties goed en efficiënt te volbrengen. De nieuwe technologieën, de vindingrijkheid van de malafide personen en het internationaal karakter vergen steeds verregaandere controlemiddelen. Ook de samenleving eist op grond van veiligheid en eerlijkheid dat de overheid al deze malafide activiteiten (van terrorisme tot sociale fraude) aan banden legt. 

De Europese Commissie gaat ook een actieplan invoeren in 2021 om nog verder te gaan. Zij wenst nog meer ingrijpende maatregelen, meer harmonisatie en een Europees toezichthouder.  Het is immers duidelijk dat een Europese  en zelfs mondiale aanpak noodzakelijk is om een betere controle te hebben op alle mafieuse verrichtingen en de witwas tegen te gaan. De Nationale Bank verwacht dan ook dat haar controleactiviteiten deels zullen overgenomen worden door de op te richten Europese instelling.

Zowel de banken als de Nationale Bank hebben aangegeven dat op nationaal vlak een betere samenwerking tussen alle actoren noodzakelijk is. Alleen een zeer efficiënte doorstroming en verwerking van de noodzakelijke informatie kan terrorisme, fraude, misdaad en corruptie bestrijden. Zowel de wetgevende als uitvoerende macht dienen hierbij initiatieven te nemen. Men zal een goed evenwicht moeten vinden tussen het respect voor privacy en de bestrijding van misdaad, waarbij bepaalde keuzes noodzakelijk zullen zijn. Vermits kortelings vanuit Europa bijkomende dwingende regels opgelegd worden , zouden de diverse organisaties en overheden zich best nu al voorbereiden op een noodzakelijke nauwere samenwerking. 

Efficiëntie is hier een belangrijk item om dubbel werk te vermijden in hoofde van de betrokken financiële instellingen en overheidsinstellingen.  Met de technologische middelen is dit zeker mogelijk als de wil tot samenwerking aanwezig is.  Voor de bedrijven moet men uiteraard waken dat ze maar éénmaal de nodige informatie moeten doorgeven en om te beginnen bij  het openen van een bankrekening.