De weg naar structureel lagere energieprijzen
(verslag commissiewerkzaamheden in de Commissie Energie betreffende de algemene uitgavenbegroting 07.06.2022 – traduction en français en bas de page)
De heer Christian Leysen (Open Vld) wijst erop dat het evident is dat in een ontspoorde energiemarkt een overheid moet ingrijpen om de gevolgen voor de energieconsumenten en hun verlies aan koopkracht te milderen. In België bestaat hiervoor de automatische indexering.
Maar in deze begrotingsaanpassing worden een reeks aan punctuele maatregelen voorgesteld die voor gevolg hebben dat er voor deze periode globaal 1,7 miljard meerinkomsten zijn ten opzichte van 3,2 miljard meeruitgaven. De budgettaire inspanning vanwege de overheid is dus groter dan de meerinkomsten die zij ontvangt. Hoe meer de compenserende maatregelen zich opstapelen, des te moeilijker het wordt om in de tijd de efficiëntie en de doeltreffendheid ervan te garanderen.
Het is duidelijk dat veel mensen de compenserende maatregelen absoluut nodig hebben, voor sommigen is het een welgekomen gebaar, maar anderen nemen het met plezier aan zonder dat zij deze bijkomende middelen echt nodig hebben. Voor deze laatste situatie kan moeilijk een maatschappelijke verantwoording worden gegeven.
Deze brede reeks van maatregelen hebben allen hun eigen logica, maar de vraag rijst toch hoeveel maatregelen hoe lang in de tijd zullen worden aangehouden.
Voor de heer Leysen is het belangrijk dat het markt- mechanisme in de energiemarkt optimaal wordt hersteld. Zo niet zal het aanbod verder verschralen, wat dan weer opnieuw tot overwinsten voor enkele landen, energiespelers en traders leidt. De spreker wenst van de minister dan ook te vernemen hoe we kunnen evolueren van een toestand met de kanalisering van meer gelden via de overheid in de energiemarkt – en die de overheid met grote moeite kan financieren – naar een beter autonoom werkende energiemarkt én een meer evenwichtige begrotingstoestand.
De goedbedoelde compensatiemechanismen, waarbij de overheid nu fossiele brandstoffen (tijdelijk) subsidieert, verstoren de energietransitie. Bovendien is iedereen het erover eens dat de lasten op arbeid moeten worden verminderd en dat consumptie meer moet worden belast. Dan is het geen goede zaak dat de overheid juist de incentives wegneemt om aan te zetten tot rationeel energiegebruik.
Tot slot moet men voor ogen houden dat de prijsniveaus steeds het gevolg zijn van een langetermijnbeleid, waar de vraag breed wordt opengelaten en het aanbod, door de beleidsmaatregelen, wordt ingeperkt.
La voie vers une baisse structurelle des prix de l’énergie
M. Christian Leysen (Open Vld) indique qu’il est évident qu’en cas de dérapage d’un marché énergétique, les pouvoirs publics doivent intervenir pour atténuer les conséquences pour les consommateurs d’énergie et leur perte de pouvoir d’achat. En Belgique, l’indexation automatique des salaires est prévue à cet effet.
Toutefois, l’ajustement budgétaire à l’examen présente une série de mesures ponctuelles qui ont pour conséquence qu’au total, on enregistre, pour cette période, 1,7 milliard de recettes supplémentaires contre 3,2 milliards de dépenses supplémentaires. L’effort budgétaire consenti par l’État est donc supérieur aux recettes supplémentaires qu’il perçoit. Plus les mesures compensatoires s’accumuleront, plus il sera difficile de garantir leur efficacité et leur efficience dans le temps.
Il est clair que de nombreuses personnes ont absolument besoin des mesures compensatoires. Pour certains, elles constituent un geste bienvenu, alors que d’autres les accueillent avec plaisir sans pour autant en avoir réellement besoin, ce qui est difficile à justifier sur le plan social.
Toutes ces mesures ont une logique qui leur est propre, mais la question se pose tout de même de savoir combien de mesures seront maintenues dans le temps, et pour combien de temps.
Pour M. Leysen, il importe de rétablir de manière optimale le mécanisme de marché au sein du marché de l’énergie, faute de quoi l’offre continuera de s’appauvrir, ce qui débouchera de nouveau sur des profits excessifs en faveur d’une poignée de pays, d’acteurs de l’énergie et de traders. L’intervenant demande dès lors à la ministre comment nous pourrions passer d’une situation où les pouvoirs publics concentrent plus de moyens dans le marché de l’énergie – moyens que ces pouvoirs publics éprouvent des grandes difficultés à financer – à une situation où le marché de l’énergie fonctionnerait de manière plus autonome et où la situation budgétaire serait plus équilibrée.
Les mécanismes de compensation bien intentionnés, au travers desquels les pouvoirs publics subventionnent désormais (temporairement) les combustibles fossiles, perturbent la transition énergétique. Par ailleurs, tout le monde s’accorde à dire qu’il faut réduire les charges sur le travail et taxer davantage la consommation. Il n’est dès lors pas judicieux que les pouvoirs publics suppriment précisément les incitants qui encouragent une utilisation rationnelle de l’énergie.
Enfin, il convient de garder à l’esprit que les niveaux des prix sont toujours le résultat d’une politique à long terme, où la demande ne connaît aucune entrave et où l’offre est limitée par des mesures politiques