← Terug naar alle artikels

De enige uitweg is durven hervormen

(Opiniestuk in De Tijd van 6 december 2022)

Ongenoegen en onzekerheid heersen over de publieke opinie. Overal in Europa lijken regeringen onvoldoende in staat om leiderschap te tonen en te hervormen. Velen beweren dat de parlementaire democratie niet meer naar behoren werkt. Hoe kunnen we tegelijk onze democratie versterken én hervormen voor de situatie echt uit de klauwen loopt?

Er sluimert een veenbrand onder de westerse democratieën. Rechtse populisten vallen frontaal de democratische rechtsstaat aan. Extreem-links voert cultuuroorlogen gebaseerd op identitair groepsdenken. De ene dreiging is acuut, terwijl de andere voorlopig alleen cultureel is. Het politieke centrum ligt op apegapen. Regeringsformaties in tal van landen slepen eindeloos aan. Hervormingen blijven te veel steken in intentieverklaringen.

Een Eurobarometer-onderzoek van afgelopen zomerover vertrouwen in de politiek  bevestigt dat slechts 40% van de Belgen vertrouwen heeft in de regering. Maar twee derde van de bevolking is wél tevreden over hoe diezelfde regering covid aanpakte of vandaag inspeelt op de gevolgen van de oorlogin Oekraïne.

Maar, er is wel degelijk een probleem: er heerst onrust. De samenleving verandert razendsnel. De enige zekerheid is dat er geen zekerheden meer zijn. De grote welvaartsstijgingen lijken achter ons te liggen. Er is de klimaatproblematiek en de toenemende vergrijzing. De brede middenklasse is niet meer zo zeker dat de volgende generatie het beter zal hebben dan zijzelf, iets wat de voorbije decennia wel het geval was.

Die onrust wordt versterkt door de algoritmes van de social media. Meningen zijn er meer waard dan feiten. Het businessmodel ervan draait op data en aandacht en is het ideale jachtterrein voor desinformatie en slinkse propaganda. Het schandaal van Cambridge Analytica, dat de directe lijn blootlegde tussen het Brexitreferendum en de Trumpverkiezing legde dit soort praktijken genadeloos bloot. We moeten dringend een breed debat voeren over de marktdominantie van die social mediaplatformen en hun impact op het debat.

Maar de politiek wacht de grootste opdracht. Het democratisch debat moet worden geherwaardeerd. Partijen in het centrum moeten zichzelf heruitvinden om legitiem maar ook krachtig te kunnen besturen. Die combinatie is levensnoodzakelijk om ons democratisch model en onze manier van samenleven overeind te houden.

Eerst het gemakkelijke deel, dat zo moeilijk uit te voeren is: ons bestuursapparaat moet eenvoudiger. We hebben dit land zo complex gemaakt, dat blokkeringsmechanismen elke grote hervorming kunnen tegenhouden. We hebben te veel bestuurslagen en te veel politici. Beleid voeren wordt zo wel heel duur en uiterst ingewikkeld. Dit debat overstijgt de steriele discussies over het voortbestaan van België en confederalisme. We hebben een andere bestuurscultuur nodig.

Daarnaast is het essentieel dat we de wetgevende macht in ere herstellen. Slagkrachtige en mondige parlementen moeten opnieuw hun rol spelen en checks en balances vormen tegen de uitvoerende macht en de particratie. Dat moet leiden tot een betere debatcultuur waarin kiezers heldere keuzes kunnen maken.

Wat de teneur van dat debat betreft, moeten pers en politiek elkaar eens diep in de ogen kijken. Er is te veel aandacht voor het proces en het spel, terwijl de beleidsinhoud niet telt.

Politiek als soap of als whodunit, met partijvoorzitters die deejay spelen om jonge volgers op tiktok voor hen te winnen account . Met een verregaande verruwing van het debat tot gevolg. Het heeft veel weg van een noodlottige race to the bottom.

Tegelijk moet de politiek de delivery gap tussen politieke marketing en beleidsrealisaties dichten. De groei van de naoorlogse welvaartsstaat bezorgde ons een grote overheid die ons van wieg tot graf ten dienste staat. Maar zo’n systeem van sociale bescherming is alleen maar houdbaar, als er voldoende prikkels om te gaan werken blijven én als er voldoende economische groei is om het duurzaam te financieren. Terwijl de houdbaarheid van het systeem onder druk staat, wordt de overheid echter verder overbevraagd voor coronasteun en energiecheques . De Nederlandse historica Beatrice De Graaf zei hierover: “Gaat er iets mis, dan meent de burger recht te hebben op de hulp van de overheid. (…) Doordat de overheid steeds meer is gaan doen, is de burger verslaafd geraakt aan die overheid.” Van links tot rechts claimt men dat de overheid alles wel zal oplossen, maar verzwijgt men wat het kost.

Om te vermijden dat deze illusie van maakbaarheid op termijn in het gezicht van de politiek én alle burgers ontploft, is wat meer bescheidenheid op zijn plaats. Er is een nieuw en haalbaar evenwicht nodig tussen welvaartscreatie en sociale bescherming. We moeten helder afbakenen wat we van de overheid mogen verwachten en tegen welke prijs. Moeilijke beslissingen om de welvaart van onze kinderen te garanderen zijn nodig. Uitstelgedrag speelt alleen de anti-politiek in de kaart. Wie daarentegen de handschoen opneemt, kan daarvoor beloond worden in 2024.

Christian Leysen