← Terug naar alle artikels

Bescheidenheid en bezinning in tijden van coronacrisis (N/F)

(franstalige vertaling onderaan)

Desolate winkelstraten, gesloten cafés en lege schoolbanken. Welkom in corona-tijden – tijden waarin het leven terugplooit op zichzelf. Tegen wil en dank blijven we allemaal ‘in ons kot’ en maken er het beste van. De meesten van ons althans, want er zijn, gelukkig, ook nog heel wat mensen aan het werk. Zowel in de zorg en bevoorrading van het land, als in heel wat productiebedrijven – steeds met oog voor ‘social distancing’ en maximale veiligheidsmaatregelen. 

Journaals, kranten en sociale media feeds hebben het alleen nog maar over COVID 19. Op  de teller staan bij het schrijven van dit stuk wereldwijd op meer dan 35.000 dodelijke slachtoffers. Bijna een drie kwart miljoen mensen testten reeds positief, waarschijnlijk een onderschatting van het werkelijke aantal gevallen.  Veertig procent van de wereldbevolking bevindt zich inmiddels in een soort van ‘lockdown’. De economie is grotendeels tot stilstand gekomen, verlamd door angst voor het onvoorspelbare.  Overheden en centrale banken halen ‘bazooka’s’ uit de kast om de dreiging van een mondiale depressie af te wenden. 

Het is bijzonder riskant om in het oog van deze perfecte storm al te grote conclusies te trekken: bescheidenheid en bezinning. Bescheidenheid omdat we als mensheid de illusie van alwetendheid en almacht hebben verloren. De mens is – ondanks al het goedbedoelde idealisme – niet in staat om alle plagen op deze aardbol uit te roeien. We kunnen de natuur niet volledig beheersen en kneden naar ons goeddunken. We dachten de afgelopen decennia maximaal risico’s uit onze samenleving te hebben gebannen, maar vergeten dat we het noodlot niet kunnen uitsluiten.


Ten tweede is het huidige momentum voor velen onder ons ook een moment van bezinning. Onder zachte overheidsdwang is het afgelopen met lange uithuizige werkdagen. We keren verplicht terug naar de basis en blijven binnenshuis. Voor tweeverdieners met kinderen betekent dat grote drukte in huis en weinig concentratie. Voor alleenstaanden en senioren wenkt het grote niets: eenzaamheid. En toch is de situatie (een kans om in de ontluikende lente stil te staan bij de kleine dingen die het leven bijzonder kunnen maken.

Een breder perspectief helpt voor een klare kijk. Eeuwenlang teisterde de pest Europa. De eerste golf rond 1350 kostte aan 30 miljoen mensen het leven en de ziekte bleef regelmatig opnieuw de kop opsteken. De Spaanse griep eiste rond het einde van de Eerste Wereldoorlog enkele tientallen miljoenen slachtoffers. Daarmee vergeleken was de uitbraak van SARS in 2003 en de Mexicaanse Griep in 2009 klein bier.  In een normale maand sterven gemiddeld 10.000 mensen in België. De seizoensgriep eist jaarlijks wereldwijd een 80.000 tal slachtoffers. Daarmee vergeleken zijn de ‘corona-cijfers’ niet zo hallucinant. En toch boezemen ze ons allen angst in.

Italië had de pech om als eerste West-Europese land bereikt te worden door het nieuwe virus. Andere landen, waaronder België, konden tijd kopen en leren uit de penibele Italiaanse situatie.  Het Westen zál de uitbraak uiteindelijk onder controle krijgen. Maar dan volgt Afrika nog, een continent dat helaas niet beschikt over onze systemen van gezondheidszorg. 

Alle zeilen worden bijgezet voor het bekampen van de nieuwe, onzichtbare vijand. Er is warempel een federale regering met volle bevoegdheden, al verdiende de vorming (ervan) daarvan geen schoonheidsprijzen. Ons zorgsysteem bewijst zijn robuustheid dankzij duizenden artsen en andere verzorgers die het beste van zichzelf geven. We zijn niet ‘de zieke man van Europa’ in tegenstelling tot de bijzonder moeilijke situatie in andere EU-landen.  In tijden van uiterste nood is samenwerkingsfederalisme geen loos woord gebleken. Onze economie wordt in deze fase door extra kredietverlening onderstut. Het land blijft draaien, maar mag niet stilvallen.  

Er zullen ongetwijfeld nog moeilijke weken en maanden volgen, waarin we allemaal een evenwicht zullen moeten vinden tussen emotie, solidariteit en realiteitszin. Ja, er heerst angst voor een nog onbekend gevaar, maar die is zoals steeds een slechte raadgever. We zullen de handen in elkaar moeten slaan, figuurlijk dan, om de economische consequenties van deze crisis op te vangen. De realiteit noopt er ons toe om te beseffen dat het leven, zowel op persoonlijk als maatschappelijk vlak, weer terug op gang zal komen en dat de economie niet eindeloos zal kunnen blijven stilstaan. Wanneer het zover komt, is respect voor  al zij die op post zijn gebleven van groot belang. We mogen niet vergeten wie ervoor heeft gezorgd dat het land bleef draaien in tijden crisis: van zorgverstrekkers, traiteurs, supermarkten tot de mannen en vrouwen van de vuilkar. Voor hen was deze ‘lockdown’ geen extra vakantie, maar een tijd van lange, zware werkdagen. En ook courage voor alle  ondernemers, groot en klein, die nu twijfelen of ze het einde van het volgend kwartaal wel zullen halen. Een maatschappij kan en mag niet op zijn lauweren rusten. Laten we dus tijdig de sortie de crise voorbereiden, want de opgelopen schade zal een hoge kostprijs hebben. 

Er komt een dag waarop de drukte terugkeert, kinderen terug naar school gaan en de Antwerpse ring terug stilstaat. Op die dag zullen we in een andere wereld ontwaken. Telewerken zal plots de normaalste zaak van de wereld blijken. De drukte in Universiteitsaula’s en schoolgebouwen zal afnemen door meer afstandsonderwijs. Technologie zal een grotere rol spelen in onze zorg, en dat zal nodig zijn. De gevolgen van deze crisiservaring zijn here to stay en we moeten er dan ook lessen uit trekken. Het virus is niet weg. Biometrie en meer data moeten nieuwe uitbraken indammen zonder het land volledig plat te leggen. Tegelijk moeten we waakzaam blijven dat die spitstechnologie ‘big brother’ geen vrij spel geeft. Een pandemie is geen vrijgeleide voor de beknotting van onze democratische rechten.

De crisis zet ons aan tot het zoeken van nieuwe oplossingen. Het is een denkoefening voor de gezondheidszorg, de politiek en de economische wereld. De situatie legt bloot hoe verstrengeld onze geglobaliseerde economie geworden is, en hoe snel die kan crashen. Op een moment dat China het geopolitiek leiderschap wellicht zal overnemen van de Verenigde Staten is een grotere aandacht voor lokale productie en nearshoringaangewezen. Relancemaatregelen door de overheid zullen noodzakelijk zijn, maar mogen niet leiden tot een blanco cheque die de volgende generaties moeten betalen. Dit is niét het moment om terug te grijpen naar de methode Mathot. Dit is evenmin het moment om terug te plooien op onszelf. Globale problemen vergen globale antwoorden. We hebben nood aan méér internationale samenwerking in de zoektocht naar een vaccin en medicatie. We hebben onmiskenbaar nood aan méér Europa en meer echt leiderschap. Na bezinning en bescheidenheid is het tijd voor actie. Minder hoogdravende intentieverklaringen, maar structurele hervormingen die dit land een nieuwe toekomst geven. ‘Never waste a good crisis’. Dit vergt natuurlijk ook een ommezwaai in de wijze waarop wij vandaag aan politiek doen.  

Christian Leysen 

Ondernemer en volksvertegenwoordiger 


Modestie et réflexion de mise pendant cette crise Corona

Des rues commerçantes désertées, des cafés fermés, des salles de classe vides; voilà la nouvelle normalité. Bienvenue à l’époque Corona où la vie se replie sur elle-même. A contrecoeur on reste à la maison et on fait pour le mieux. Du moins, pour la plupart d’entre nous, car heureusement, ils sont nombreux ceux qui continuent à travailler dans le secteur des soins de santé, la logistique d’approvisionnement et l’industrie de production – dans des conditions de sécurité maximale et en pratiquant la distanciation sociale. 

Les journaux télévisés, la presse écrite et les réseaux sociaux ne parlent que du COVID-19. Sur un total de presque 750.000 infections liées au virus dans le monde, plus de 35.000 personnes sont à ce jour décédées et encore, c’est sans doute une sous-estimation du nombre réel.  40% de la population se voit confinée chez elle. L’économie est au point mort, paralysée par la peur de l’inconnu. Les gouvernements et les banques centrales sortent le bazooka pour éviter une dépression mondiale. 

Ne nous laissons surtout pas aller à des conclusions hâtives au coeur de cette tempête qui s’abat sur nous. Les mots adéquats me semblent plutôt être modestie et réflexion. La modestie après avoir perdu en tant qu’humanité l’illusion de la toute-puissance et l’omniscience. Malgré son idéalisme bien intentionné, l’homme est incapable d’éradiquer tous les fléaux de ce monde. Nous ne pouvons pas contrôler la nature ni la façonner librement comme bon nous semble. Au cours des dernières décennies nous pensions avoir banni le maximum de risques de notre société mais cependant la réalité nous montre que le destin ne nous appartient pas.

Ensuite, pour beaucoup d’entre nous, la situation actuelle peut aussi s’apparenter à un moment de réflexion. Sous la contrainte gouvernementale à long terme, les longues journées de présence au travail sont terminées. Nous sommes obligés de retourner à la base et rester à l’intérieur. Pour les ménages à double revenu avec enfants, cela signifie beaucoup de pression dans la maison et peu de concentration. Pour les célibataires et les seniors, une constante est manifeste: la solitude. Et pourtant la situation est une occasion de s’attarder sur les petites choses qui peuvent rendre la vie spéciale au printemps naissant.





 

Une perspective plus large permet d’avoir une vision claire. La peste a ravagé l’Europe pendant des siècles. La première vague vers 1350 a tué 30 millions de personnes et la maladie a continué de se reproduire régulièrement. La grippe espagnole a fait plusieurs dizaines de millions de victimes vers la fin de la Première Guerre mondiale. Par rapport à cela, l’épidémie de SARS en 2003 et la grippe mexicaine en 2009 ne représentaient rien. Au cours d’un mois normal, 10.000 personnes en moyenne meurent en Belgique. La grippe saisonnière fait chaque année 80.000 victimes dans le monde. En comparaison, les « décès Corona » ne sont pas aussi hallucinants. Et pourtant, ils inspirent la peur en chacun d’entre nous.

 

L’Italie a eu la malchance d’être le premier pays d’Europe occidentale à être atteint par le nouveau virus. D’autres pays, dont la Belgique, ont pu gagner du temps et tirer des leçons de la terrible situation italienne. L’Occident finira par contrôler l’épidémie. Mais viendra ensuite l’Afrique, un continent qui n’a malheureusement pas de systèmes de santé comparables aux nôtres.

 

Toutes les armes sont parées pour combattre le nouvel ennemi invisible. Nous avons en effet un gouvernement fédéral doté de pleins pouvoirs, même si sa formation ne méritait pas de prix de beauté. Notre système de santé prouve sa robustesse grâce à des milliers de médecins et autres soignants qui donnent le meilleur d’eux-mêmes. Nous ne sommes pas « l’homme malade en Europe », contrairement à la situation particulièrement difficile dans d’autres pays de l’Union Européenne. En période d’extrême nécessité, le fédéralisme coopératif n’est pas un vain mot. Des prêts additionnels soutiennent notre économie dans cette phase délicate. Le pays continue de tourner, mais ne doit pas s’arrêter.

 

Sans aucun doute, il y aura des semaines et des mois difficiles au cours desquels nous devrons tous trouver un équilibre entre émotion, solidarité et sens de la réalité. Oui, nous craignons un danger inconnu, mais la peur est, comme toujours, mauvaise conseillère. Nous devrons travailler ensemble, au figuré, pour absorber les conséquences économiques de cette crise. La réalité nous oblige à penser que la vie, tant sur le plan personnel que social, se remettra un jour sur les rails et que l’économie ne s’arrêtera pas pour toujours. En ce qui concerne cet aspect des choses, il est vital de témoigner notre respect à l’égard de tous ceux qui sont restés au travail. Nous ne devons pas oublier qui a fait fonctionner le pays en temps de crise: des prestataires de soins de santé, des traiteurs, les hommes et les femmes dans les supermarchés ou derrière une benne à ordures. Pour eux, ce « verrouillage » n’aura pas été ressenti comme des jours fériés supplémentaires, mais comme une période de longues et dures journées de travail. N’oublions pas aussi le courage de tous les entrepreneurs, grands et petits, qui craignent de ne pas résister jusqu’à la fin du prochain trimestre. Une société ne peut et ne doit pas se reposer sur ses lauriers. Préparons donc à temps la sortie de crise, car les dégâts subis auront un prix de coût élevé.





Le jour viendra où la foule reviendra, les enfants retourneront à l’école et le ring d’Anvers sera à nouveau bouché. Ce jour-là, nous nous réveillerons dans un autre monde. Le télétravail deviendra soudain la chose la plus normale au monde. Les foules dans les aulas universitaires et les bâtiments scolaires diminueront avec plus d’enseignement à distance. La technologie jouera un plus grand rôle dans nos soins et ce sera bien nécessaire. Les conséquences de la présente crise sont là pour durer et nous devons donc en tirer des leçons. Le virus n’est pas parti. La biométrie et davantage de données devraient endiguer de nouvelles épidémies sans paralyser le pays. En même temps, nous devons rester vigilants pour que cette technologie de pointe ne laisse pas de place au Big Brother. Une pandémie n’est pas un prétexte pour restreindre nos droits démocratiques.

 

La crise nous pousse à rechercher de nouvelles solutions. Cette réflexion vaut aussi bien pour les soins de santé que la politique ou le monde en général. La situation montre à quel point notre économie mondialisée est devenue imbriquée et à quelle vitesse elle peut s’effondrer. À un moment où la Chine est susceptible de reprendre le leadership géopolitique des États-Unis, une plus grande concertation sur la production locale et la délocalisation est justifiée. Des contre-mesures gouvernementales seront nécessaires, mais ne devraient pas conduire à un chèque en blanc que les générations futures devront payer. Ce n’est pas le moment de revenir à la méthode Mathot. Ce n’est pas le moment de se replier sur nous-mêmes. Les problèmes mondiaux nécessitent des réponses mondiales. Nous avons besoin d’une plus grande coopération internationale dans la recherche de vaccins et de médicaments. Nous avons clairement besoin de plus d’Europe et d’un leadership réel. Après réflexion et modestie, il est temps d’agir. Fini le temps des déclarations d’intention grandiloquentes, place aux réformes structurelles qui donneront à ce pays un nouvel avenir. « Il ne faut jamais perdre une bonne crise. » Bien entendu, cela nécessite également un changement dans notre façon de faire de la politique aujourd’hui.

Christian Leysen