← Terug naar alle artikels

het akkoord met Engie en de COP28

(Tussenkomst plenaire – 14 december 2023 )

De eindverklaring van de COP 28 door in Dubai weerspiegelt de moeilijke zoektocht naar een evenwicht tussen voluntarisme en realisme.

Willen we de klimaatopwarming tot een aanvaardbaar en houdbaar niveau beperken, dan moet de focus overschakelen van mooie intentieverklaringen naar haalbare actieprogramma’s, van praten naar handelen. Dan moeten we duidelijke keuzes verduidelijken en vertalen  naar realistische trajecten. De weg naar de afbouw richting een fossielarme wereld IS ingeslagen maar energiebevoorrading moet overal ter wereld verzekerd en betaalbaar zijn. Ook in de landen in ontwikkeling.

Daarbij is ook duidelijk geworden dat kernenergie een belangrijke plaats heeft en zal hebben in de weg richting klimaatneutraliteit. Dat signaal is helder gegeven op de COP 28 en de premier heeft hierover ook duidelijke taal gesproken.

De regering ondertekende deze week het akkoord met Engie waarmee we onze energiebevoorrading niet alleen garanderen, maar waarin we ook werk maken van een duurzame energiemix mét een fundamentele rol voor het nucleaire, ook in de toekomst. Het gaat daarbij over de verlenging van bestaande reactoren maar ook de nieuwe erkenning dat innovatieve kleine modulaire reactoren een plaats zullen hebben.

We moeten de CO2 uitstoot massaal terugdringen en kernenergie is absoluut noodzakelijk nààst de inspanningen om hernieuwbare energie maximaal uit te rollen. Net zoals voor hernieuwbare energie is het verder ontwikkelen van onze kennis noodzakelijk.

De klimaatverandering bestrijden zal niet gebeuren door diegenen die de problemen minimaliseren maar ook niet door panikeurs. Wel door bewuste burgers, door innovatieve bedrijven èn een overheid die een lange termijnbeleid uitstippelt. Ons land bouwde vorige eeuw een pak know how op inzake kernenergie. Dààr moeten we op voortbouwen. Door verder in te zetten op onderzoek voor de ontwikkeling van SMR maar ook door het behoud van de expertise in ons land van bedrijven zoals Tractebel veilig te stellen.

Antwoord Vice-Premier Paul Van Tigchelt