← Terug naar alle artikels

Hoe corona de tekortkomingen van ons systeem duidelijk maakt

De coronacrisis is de honderdjarige storm die onze maatschappij tot het uiterste drijft. Na een eerste maand in lockdown, lijkt de piek van de pandemie in zicht. Maar een snelle terugkeer naar de orde van de dag wordt niet evident en is wellicht ook niet wenselijk.

Naast een enorme beproeving voor de volksgezondheid en de economie, is de huidige crisis een immense stresstest voor ons staatsapparaat gebleken. De enorme financiële klappen brachten haar hele structuur aan het wankelen, maar het Belgische schip kapseisde tot dusver niet. Toch brengt de crisissituatie ook enkele, vaak oude, pijnpunten aan het licht. Er moet dan ook niet gewacht worden op de grote evaluatie achteraf, om hierover nu al een aantal pertinente vaststellingen te doen.

We hebben onze staatsstructuur te ingewikkeld gemaakt. De zesde staatshervorming hevelde grote delen van de zorg over naar de gemeenschappen. Die politieke deal was wellicht logisch voor de onderhandelaars, maar de uitvoering ervan is bijzonder ingewikkeld gebleken op het terrein. Zo is het onbegrijpelijk dat Vlaanderen de afgelopen weken op het federale niveau bleef rekenen voor mondmaskers voor de woonzorgcentra, terwijl het er zelf voor bevoegd is. Kostbare tijd, die letterlijk levens had kunnen redden, ging verloren. Of herinner u de discussies tussen burgemeesters over het maximaal aantal toeschouwers voor evenementen. Wat een ironie dat toen uitgerekend de Vlaams-nationalistische burgemeester van Antwerpen aanstuurde op een federale aanpak.


Retoriek en uitvoering zijn twee verschillende werelden. De afgelopen week stelden kamerleden 299 vragen in de commissies over de coronacrisis om hun job en wedde te legitimeren. De logische controlefunctie op de regering dreigt zelfs in crisistijden te verzanden in een opbod van profileringsdrang en het intrappen van open deuren. Oppositieleden fileren de regering op basis van onvolledige data. Ministers lopen vast op de ambtelijke realiteit en de exploderende wereldmarkt van mondmaskers. De huidige regering zit in een spagaat tussen minderheidskabinet en volmachtenregering. De afstemming tussen de superkern en de als paddestoelen uit de grond schietende groups en taskforces, is voor verbetering vatbaar. Een land in crisis heeft een eenheid van commando nodig, geen diplomatieke wirwar van conferenties en werkgroepen.

De Belgische clichés van weleer werden dan ook opnieuw pijnlijk duidelijk: we hebben geen plan, maar we trekken onze plan. Onze ziekenhuizen kunnen de piekbelasting op de intensieve zorgafdelingen aan, dankzij de lessen die getrokken zijn uit de terroristische aanslagen van 2016. De toestand in de woonzorgcentra en de problemen met de mondmaskers is precair, maar dankzij veel creativiteit en goede wil lijken we de pandemie onder controle te krijgen. Anderzijds moeten we ons vragen stellen bij deze situatie. Bijvoorbeeld: moet thuisverpleging – ook voor ouderen – niet een voorkeursbehandeling krijgen in de toekomst? Of: wat met ons sociaal overleg? Zoals Marc De Vos zopas in Trends stelde: ook de sociale partners moeten hun rol en dialoog in vraag durven stellen. ‘Als de bedrijven winst even moeten vergeten, moet het overleg de sociale verworvenheden even aanapassen,’ klonk het. Gewoon op de zijlijn blijven staan en hopen dat we na deze crisis ‘back to usual’ zullen kunnen gaan, getuigt dus van weinig realisme. Geld pompen in het financiële circuit, zonder concreet plan, creëert geen duurzame economie, noch welvaart.

Daarom moeten we lessen trekken uit wat vandaag misloopt. Op maatschappelijk en economisch vlak, maar zeker ook in ons politiek weefsel. We hebben te veel ministers, parlementen en parlementsleden. Hun verschillende bevoegdheden lopen vandaag te vaak door elkaar, waardoor belangrijke beslissingen niet of te laat kunnen worden genomen. We moeten durven nadenken over alternatieven die een oplossing bieden op lange termijn. Herfederalisering kan, maar moet op een coherente en doordachte manier aangepakt worden. Het is immers niet de bedoeling om door middel van een nieuwe staatshervorming nog meer knopen te leggen in het al zo abstracte netwerk van regels en wetten. De verschillende niveaus in ons land moeten beter samenwerken, en elkaar versterken in plaats van voor de voeten te lopen. Een lichter, efficiënter overheidsapparaat is aan de orde, want het kan met minder en vooral veel béter.

Christian Leysen
Ondernemer en Volksvertegenwoordiger (Open VLD)