Geen muntunie in Europa zonder economische unie
(Interpellatie in de kamer op 9 juli 2020, betreffende de resolutie over een Europees herstelplan)
De resolutie die hier voorligt breekt een lans voor maximale solidariteit op Europees vlak, om zo een antwoord te bieden op de coronacrisis – zowel op gezondheidsvlak als op economisch vlak. Ze vindt haar oorsprong in het pleidooi voor het invoeren van gemeenschappelijke Europese obligaties.
Tijdens de behandeling ervan in de commissievergadering ben ik ten gronde slechts kort tussengekomen en heb ik mij over de meer 60 amendementen, sub- en sub-sub-amendementen niet uitgesproken. Een welgemeende mea culpa voor de indieners die daarvan zich hierdoor gekwetst voelden.
Wel dit ter duiding: we grossieren in dit huis in resoluties. Tijdens deze legislatuur alleen al, werden er 244 ingediend. Dat heeft er ook toe geleid dat er een tekst gestalte heeft gekregen die naar mijn mening te veel is uitgedijd om nog een heldere boodschap te kunnen belichamen. Vandaar ook onze onthouding vandaag over het geheel.
Maar laat het ons nu vooral hebben over de inhoud van het eindproduct.
De budgettaire en economische krater die covid 19 op dit continent heeft geslagen is ongezien. Het staat vast dat de ideëenstrijd tussen Eurosceptici en voorstanders van een verdere Europese integratie een uitstekend lijdend voorwerp hebben gevonden in de als coronabond herverpakte eurobond.
Zij die denken dat elke lidstaat dit zelf kan oplossen zonder het Schumanplein, dwalen. Maar ook zij die menen dat het Schumanplein zomaar en zonder meer de geldkraan moet opentrekken, dwalen evenzeer.
Wél is duidelijk dat elke uitweg uit deze crisis een Europese uitweg zal moeten zijn. Tenminste, als men niet in een doodlopend straatje wil terechtkomen.
Merkel beleed gisteren haar geloof in een Europese toekomst, enkele honderden meters hiervandaan in het Europees parlement, bij de voorstelling van de agenda van het Duitse voorzitterschap van de EU.
Zonder de verlammende druk van een eventuele volgende ambtstermijn, volgde ze haar overtuiging en toonde ze leiderschap en richting.
Belangrijker voor mij dan haar toespraak gisteren, was echter de bijdrage van Wolfgang Schäuble dit weekend in de Frankfurter Allgemeine. Schäuble, voorzitter van de Bundestag, jarenlang Duits minister van Financiën en de vleesgeworden verpersoonlijking van budgettaire orthodoxie, sprak zich uit over de kwestie en de positiewissel van Duitsland.
Hij schreef het volgende:
“Keine Währungsunion ohne Wirstschaftsunion. Wir brauchen heute den Mut, den wir in der Krise 2010 nicht hatten, um endlich zu mehr Integration in der Eurozone zu kommen.“
Ik citeer zijn bijdrage verder in het Nederlands:
“Na heftige discussies kwam in 1999 uiteindelijk de eurozone tot stand – in de verwachting dat verdere stappen naar een economische unie wel zouden volgen. Dit is echter niet gebeurd.
De discussies die nu gevoerd worden naar aanleiding van de coronacrisis gaan niet ver genoeg; de gesprekken draaien in de eerste plaats rond de vraag of de geplande steun als hulpmaatregel dan wel onder de vorm van een lening wordt toegekend.
Omdat Europa, en in het bijzonder ook de landen die er economisch beter voor staan zoals Nederland en Duitsland, er belang bij moeten hebben dat landen als Italië zich kunnen herstellen. Alleen dan kan Europa zich als geheel herstellen. “
Een stuk solidarisering van schulden is voor Schäuble dus omwille van de omstandigheden niet langer een taboe. Het gaat hierbij niet alleen om de uitgaven in deze acute crisisfase, maar vooral om de juiste maatregelen te financieren met het oog op de grotere uitdagingen op lange termijn. De juiste maatregelen voor de grotere uitdagingen op de langere termijn.
De woorden van Merkel deden me overigens denken aan François Mitterand, gewezen president van Frankrijk. Hij sprak in 1994 Straatsburg – ook onthecht, maar dan door zijn nakend levenseinde – over het Europa dat we nodig hebben om onze tegenstellingen te overstijgen en over de lessen die de geschiedenis ons heeft geleerd.
“Le nationalisme, c’est la guerre,” zei hij.
Met het drama van de Brexit, dat zich in slow motion op de achtergrond voltrekt, weten we goed wat dat betekent. Interessant hoe zich dat bij sommigen hier vertaalt in een combinatie van blinde adoratie voor Boris Johnson en iets wat men ‘eurorealisme’ noemt.
Écht Eurorealisme is het besef dat we het grootste handelsblok ter wereld zijn. Het besef dat we in een onzekere wereldorde een factor van stabiliteit vormen. Het besef dat hier, tegenover obscurantisme en tribalisme, waarden van democratie en mensenrechten heersen – zelfs al staan die ook onder druk. Maar ook en vooral: het besef dat we niet minder, maar méér Europese samenwerking nodig hebben.
Liberalen zijn dus Europeanen. Maar liberalen willen ook dat de rekening klopt. Het debat moet gaan over het vinden van een juiste balans tussen solidariteit en verantwoordelijkheid.
Als de middelen die thans voorzien zijn in het ESM-noodfonds onvoldoende blijken te zijn, moet evenwel een mechanisme van solidarisering van schulden tot de mogelijkheden behoren.
Dat moet hand in hand gaan met de uitbouw van een verdere economische convergentie, met het optillen van de normen van deugdelijk overheidsmanagement en met een verantwoord budgettair beleid.
Ik dank u.
Christian Leysen
Ondernemer en volksvertegewoordiger