Begrotingscontrole is eerste stap op weg naar post-corona beleid
(Mijn tussenkomst in de Kamercommissie Financiën en Begroting van 19 mei )
De federale overheid heeft samen met de gefedereerde entiteiten alle zeilen bijgezet om dit land door de coronastorm te loodsen.
Dat had en heeft- net zoals in alle buurlanden – zware budgettaire gevolgen.
De bedenking die ik nu ga maken overstijgt uiteraard de scope van deze begrotingscontrole, maar elke begroting moet ook gezien worden in een meerjarentraject.
We hebben – in tegenstelling tot onze buren Duitsland en Nederland – de afgelopen decennia onvoldoende onze begroting op orde gezet. Door grote mate van transferten tussen verschillende overheidsniveaus geldt mijn opmerking voor alle beleidsniveaus.
Hierdoor legt deze coronaschok een extra hypotheek op de lange termijn houdbaarheid van onze overheidsfinanciën als onderpand van ons welvaartsysteem. Bovenop de uitdagingen van de vergrijzing en het klimaat.
Gezien de urgentie en onvoorspelbaarheid, hebben zowel de regering als het parlement zwaar in de geldbuidel van de gemeenschap getast. Heel wat wenslijstjes uit het verleden werden ingevuld (de rectroactieve verhoging van mijnwerkerspensisoenen) ook al kon het spending enthousiasme gelukkig gestopt worden (denk aan de btw-verlaging op zeep). Compensatieregelingen werden snel en zonder veel ‘finetuning ‘ (verfijnde uitwerkingen) goedgekeurd. Het gevolg is dat de federale overheid – vandaag meer incassobureau zowel voor de Sociale Zekerheid als voor de regio’s en gemeenschappen … dan iets anders – haar eigen werkingsuitgaven niet meer via eigen inkomsten financiert maar met leningen (terug te betalen door de volgende generaties, in zoverre niet door de huidige generatie )
We moeten allemaal, meerderheid en oppositie, deze ongemakkelijke waarheid onder ogen durven zien. En er op termijn naar handelen. De bomen groeien budgettair al lang niet meer tot in de hemel. Integendeel.
Wat de concrete begrotingscontrole betreft, werd degelijk werk hebben verricht en ik begroet het terug aansluiten op een normaal begrotingsproces inclusief controles en bijsturen.
Er zijn door de uitzondelijke toestand dossiers in behandeling of zeer recent beslist niet opgenomen,
anderzijds werd in andere de nodige voorzichtigheid aan de dag hebben gelegd.
Zo werd er geen rekening gehouden met de impact van het Belgische plan voor herstel en veerkracht of de plannen van andere landen. Maar de verleiding om hier inhaalinvesteringen in onder te brengen bij het eerste ontwerp roept op tot voorzichtigheid bij de inschatting van hun effect.
De budgettaire inspanning van 952 miljoen euro of 0,2% van het BBP is een eerste bescheiden stap. Ik hoop dat er nog vele anderen volgen.
Anderzijds zien we het verder doortrekken van een aantal hangende dossiers. Zo is er de 72 miljoen voor de eindeloopbaanregeling van de geïntegreerde politie.
Anderzijds wordt er geïnvesteerd in defensie, de vernieuwing van gebouwen bij de regie der gebouwen voor 170 miljoen. Hebben we genoeg aandacht voor efficientie en effectiviteit van de werking van de laatsgenoemde instelling? Ook wordt er voor 58 miljoen geïnvesteerd in extra scanners bij de douane, om de strijd tegen de massale import van drugs langs onze zeehavens tegen te gaan.
Zonder coronamaatregelen, spreken we al bij al we van een negatieve impact van 56 miljoen op het saldo van de federale overheid en de sociale zekerheid. Een pluim voor staatssecretaris De Bleeker voor haar waakzaamheid, maar ook in die sector moet meer aandacht naar reallocatie van middelen en spending reviews.
Als het brandt, moet er geblust worden. Die fase loopt nu ten einde.
Dat mag ons niet beletten om vooruit te kijken naar een aangepaste agenda voor de volgende maanden en jaren. Ik stel vast dat de bevolking hier al bewust is van de grootte van de uitdaging, en zich ernstig zorgen maakt hoe de overheid in de toekomst met haar begroting zal omgaan (noot: zie ook inmiddels gepubliceerde studie https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2021/05/19/de-vlaming-is-niet-tevreden-over-de-corona-aanpak-door-de-vlaams/ )
En daar meer open over praat dan wij in de parlementaire bubbel.
We moeten in de fase die nu komt – niet alleen bepaalde sectoren van onze economie een duwtje in de rug geven – maar dan doelgericht en niet als passe-partout uitleg voor overheidssteun – , maar structureel onze economie versterken èn overheidsfinanciën terug op de rails krijgen.
Deze begrotingscontrole is een eerste bescheiden stap is. Daarnaast vertrouw ik ook op het initiatief van onze staatssecretaris om in de toekomst spending reviews open te trekken naar alle diensten en instellingen van de federale overheid en sociale zekerheid. Pas op die manier manier kunnen onze uitgaven wat betreft efficiëntie en effectiviteit in perspectief worden geplaatst zodat onze begroting als beleidsinstrument optimaal wordt ingezet. Dat er gerichter kan worden gesaneerd waar nodig èn geïnvesteerd zal worden waar de terugverdieneffecten het sterkste zijn.
Met het einde de gezondheidscrisis via grootschalige vaccinatie in zicht, is de boodschap aan deze regering voor de komende periode : hervormen, hervormen, hervormen.
De vraag is hoe en wanneer het positieve impact ervan in onze begroting zullen voelen.