← Terug naar alle artikels

8 miljard gezocht en 200 dagen geen regering : wachten kan niet meer !

Op 9 juli 2019 viert België de tweehonderdste dag zonder regulier functionerende federale regering. Het record van 2011, 541 dagen, is voorlopig buiten bereik. Maar de formatie van 2007 is toch al mooi geklopt.Heden komt de Kamercommissie Begroting en Financiën samen om zich te buigen over de volgende reeks voorlopige twaalfden om de federale staat draaiende te houden. Sommige specialisten zullen in de marge van die commissie weer verklaren dat zo’n lange periodes van voorlopige twaalfden impliciete besparingsrondes zijn. In naam van de volgende generaties – die de budgettaire factuur doorgeschoven zullen krijgen – bestrijd ik als nieuw federaal parlementslid nadrukkelijk die stelling. Ik vraag me tegelijk af hoeveel we extra hadden kunnen hervormen tijdens die bijna duizend gemiste dagen tijdens die drie periodes zonder effectieve regering.

2018 zag er op het eerste zicht nog redelijk goed uit. Vorig jaar klokte de n.v. België af op een begrotingstekort van 0,7% en een schuldgraad van 102%. De bittere realiteit is evenwel dat België nog altijd budgettair op de rand van een vulkaan danst. Het begrotingstekort -vorig jaar door tijdelijke meevallers in de vennootschapsbelasting gered – dreigt dit jaar terug op te lopen tot 1,6%. Met andere woorden: minimaal 8 miljard euro gezocht. Uit de sociale zekerheid kwam vorige week slecht nieuws dat er minstens anderhalf miljard extra moet worden dichtgereden. Europa redt –wellicht- deels de meubelen door een zogenaamde flexibiliteitsclausule, waardoor 0,5% besparingen wellicht opgeschoven mogen worden naar volgend jaar. Maar dat verandert niks aan die schuldgraad die ons met 100% in een niet zo flatteus rijtje plaatst tussen Griekenland, Italië en Spanje.

De Zweedse coalitie hebben onmiskenbaar het begrotingstekort naar beneden geholpen, maar kon haar werk niet afmaken.  Wie dieper inzoomt ziet evenwel dat het primair saldo(het begrotingsresultaat zonder rentelasten) in die periode onvoldoende verbeterde. De regering surfde mee op de golven van een hoogconjunctuur met lage rentevoeten maar verzuimde om ingrijpend te hervormen. De taxshift lijkt wat zuurstof te hebben gecreëerd, maar dreigt nu een budgettaire kater te veroorzaken. Door dat getalm hangt onze toekomst nog altijd aan een zijden draadje. Een harde brexit en een woelig internationaal handelsklimaat, een op termijn onvermijdelijke dip in de conjunctuur en het effect van een rente-opstoot hangen als een zwaard van damocles boven onze overheidsfinanciën. En in tegenstelling tot de vorige formatiecrisis 2011 staat Europa klaar om ons onder curatele te zetten.

De enige redelijke manier om in dit land orde op zaken te stellen is met een lange termijnperspectief structurele hervormingen door te voeren om onze overheidsfinanciën op orde te krijgen én duurzame economische groei te realiseren. Dat betekent in de eerste plaats een flexibelere arbeidsmarkt waarin de sociale overlegstructuren uit de 20e eeuw vervangen worden om een economie van de 21e eeuw mogelijk te maken. Groeicijfers van 2% bbp worden steeds moeilijker door de vergrijzing, dus we moeten maximaal iedereen aan de slag krijgen. Tegelijk moet ons overheidsapparaat grondig tegen het licht gehouden worden om het beter te laten werken tegen een betere prijs. De kaasschaaf voldoet niet meer. We moeten het mes zetten in de institutionele wildgroei in dit land. Als we niet-kentaken afstoten en overbodige instellingen als de senaat en de provincieraden afschaffen creëren we ruimte die we nodig hebben om ons investeringspeil naar het Europees gemiddelde te brengen. Enkel zo kunnen we evolueren naar een weerbare economie in een land met een acceptabel overheidsbeslag.

Het is beter het dak te repareren als de zon nog schijnt. Hoog tijd dat dit land aan de slag gaat om te hervormen. En dat we dat zelf doen, in plaats dat Europa ons komt zeggen hoe het moet. Uiteraard moet er tijd worden gegund om nieuwe solide regeringen in het zadel te brengen, maar dat ons niet beletten om stil te zitten. Na 200 dagen zonder regering is het echt tijd om aan de slag te gaan. Het parlement moet zijn kans grijpen om in de mate van het mogelijke initiatieven te nemen om hervormingen op de rails te zetten. Zodat onze kinderen en kleinkinderen niet de factuur moeten betalen. Laat ons voorkomen dat na 2019 ook de begroting 2020 een verloren jaar wordt. Pistes onderzoeken en voorstellen uitwerken– over de partijgrenzen heen- is niet alleen een recht van het Parlement, het is vandaag – zonder regering die functioneert – daarom meer dan een plicht.