‘De beste stuurlui staan wal’
(tussenkomst bij beleidsverklaring staatssecretaris voor Begroting De Bleeker – November 2020)
Mevrouw de staatssecretaris, beste collega’s,
In de maritieme sector zegt men : de beste stuurlui staan aan wal. Degenen die de karwei niet hoeven te doen en alleen maar toekijken, weten altijd beter.
Bescheidenheid zou ons best allen sieren. Ofwel zijn we deel van deze regering, ofwel werd het schip vroegtijdig verlaten (en de karwei niet afgemaakt) , of …. kon men bij gebrek aan regering collectief de teugels laten varen. Nieuwe recurrente en retroactieve uitgaven waren niet uit den boze. Wie heeft dat vergeten.
We hebben allemaal boter op ons hoofd bij de huidige uitgangspositie. En we staan nog middenin een gezondheids en economische crisis.
Hoe moeten we kijken naar de economische en budgettaire gevolgen van covid 19?
Zelfs de meningen van experten verschillen :
Hans Maertens, topman van VOKA, voorspelt een nieuwe terugval van onze economie in dit kwartaal met 4,5%. Hij vreest voor een jojobeweging die onze economie zal kraken.
Johan Thijs, CEO van KBC, is milder; “Economisch valt deze coronagolf beter mee dan de eerste.” Wat nu gebeurt maakt deel uit van het basisscenario, zegt hij. Pas na het wegvallen van de steunmaatregelen begin volgend jaar kan de impact van de coronacrisis stilaan worden opgemaakt.
In alle eerlijkheid, stel ik me dan ook de vraag :
Hoe en op basis van welke parameters is het in vredesnaam mogelijk om redelijk exact te voorspellen hoe onze economie er binnen enkele maanden aan toe zal zijn? Bij uitbreiding; wat zal de impact zijn op onze overheidsfinanciën? Alles is hoogst onzeker en volatiel.
In dit kader moet u hier vandaag uw beleidsverklaring over de begroting voorstellen.
Het is geen dag te vroeg dat een regering met volle bevoegdheden de hand aan de ploeg kan slaan om naast de gezondheidscrisis ook de gezondheid van de overheidsfinanciën aan te pakken. In de loop van de volgende maanden moet de mist stilaan opklaren en moeten we een meer klare kijk krijgen op de begrotingsvooruitzichten.
Ik deel de krachtlijnen van uw begrotingsbeleid:
- Tijdelijke en doelgerichte middelen om de pandemie en de economische gevolgen ervan te bestrijden
- Een krachtig herstelbeleid gericht op het herstel van onze ondernemingen in een eigentijdse context waarin aandacht is voor het klimaat en de digitalisering
- Middelen voorzien om de sociale-, veiligheids en competitiviteitsdoelstellingen van de regering mogelijk te maken
- De budgettaire houdbaarheid garanderen
Om dit alles mogelijk te maken moeten we onze economie hervormen en slagkrachtiger maken. Enkel door ons pensioensysteem, onze fiscaliteit en onze arbeidsmarkt aansluiting te laten vinden bij de noden van vandaag zullen we de budgettaire houdbaarheid kunnen waarmaken. Dit is de kernopdracht waar deze regering mee aan de slag moet.
De principes waarop u het begrotingsbeleid stoelt zijn op dit moment belangrijker dan de hoogst onzekere cijfers. De voorgelegde combinatie van een bescheiden vaste met een variabele jaarlijkse begrotingsinspanning is in de gegeven omstandigheden eerder een voorzichtig uitgangspunt. De verdeelsleutel derde uitgaven, derde inkomsten en derde diversen is daarom ook een werkhypothese. We weten niet wat de toekomst zal brengen, maar we weten wel dat hervormingen voor een efficiëntere overheid en een meer flexibele arbeidsmarkt hierin onontbeerlijk zullen zijn.
In het afgelopen jaar heb ik als ondernemer en neofiet in het parlement met stijgende verbazing een beeld gekregen waarin de federale overheid anno 2020 nog zijn uitgaven plant en zijn boekhouding opmaakt. Ik denk aan de opmerkingen van het Rekenhof over de steeds maar uitgestelde certicering en de nakende ingebrekestelling vanwege de Europese Commissie. Wie dit in een privé-onderneming doet, verliest niet alleen in ijltempo het vertrouwen van zijn aandeelhouders, en mag zich vroeg of laat op een faillissement voorbereiden.. Gelukkig gaat een staat niet zo snel failliet. Al te vaak en te gemakkelijk werd in het verleden echter een beroep gedaan op de volgende generaties als belastingbetaler.
Ik zeg u dit, omdat ik opgetogen ben over de ambities die u etaleert om van de black box die een begrotingsproces thans nog te veel is, een transparante en leesbare procedure te maken.
We moeten ervoor zorgen dat financiële en beleidsinformatie van alle overheidsdiensten en actoren op een uniforme manier gerapporteerd wordt. Om te werken aan de aanpassing van de wet van 2003 wat dringend nodig is. De mislukking van de redesign van de federale overheid is voor mij de ‘epic fail’ van de vorige Zweedse regering. U hebt een belangrijke ondersteunende rol in de realisatie van de ambities die deze ploeg heeft inzake een slagkrachtige en toekomstgerichte overheid. Ik kijk uit naar het debat ten gronde en u kan rekenen op mijn medewerking.
We hebben nood aan een begrotingsopmaak die vertrekt vanuit vereenvoudigde procedures en regels. Dat maakt heldere keuzes mogelijk en stelt de departementen in staat om ook zelf ownership op te nemen en te evolueren naar een outputgerichte begroting met kwaliteitsvolle rapportering.
Die betere blik op onze cijfers moet ons ook toelaten om nieuwe beleidsinstrumenten die in de privé-sector allang gemeen goed zijn eindelijk toe te passen. Ik kijk uit naar de uitrol van spending reviews en een gestructureerde aanpak inzake beleidsevaluatie. Ik ben verheugd naar de aandacht die u in de beleidsverklaring hebt voor de verantwoordelijkheid van de Federale Accountant en hoe deze moet versterkt worden.
Dit alles moet er ook toe leiden dat we om onze begrotingsdoelstellingen te halen, departementen zelf verantwoordelijkheid geven in plaats van de aloude kaasschaaf nogmaals te moeten boven halen. Ik ben op dat vlak benieuwd naar de eerste oefening die u hieromtrent gaat doen. Niet reactief maar pro-actief budgetten bepalen. Durven nadenken over kerntaken. Wie teveel doet doet trouwens veel (teveel) … ondermaats. Kwaliteit gaat samen met focus en prioritisering.
Zero-based budgetting is vandaag te ver gegrepen, maar een oefening waar als werkhypothese elk departement keuze moet maken indien zij maar 80 of 90 % van het budget van het vorig jaar toegekend zou krijgen. Hoeveel effectief wordt uitgegeven wordt pas later bepaald.
Want na deze aanloopperiode met bescheiden budgettaire ambities zal elke regering de volgende tien jaar – in welke samenstelling dan ook – de krater – die COVID 19 heeft geslagen in de reeds gehavende begroting – moeten dichten.
Om die begrotingsdoelstellingen te halen moet de federale overheid in de loop van de volgende jaren verder evolueren naar een organisatie die echt “lean” is. In staat om de maatschappelijke opdracht ze heeft te kunnen vervullen.
Een overheid die ‘sterk, slank en soepel’ is zoals een franse socialistische minister het ooit formuleerde.
Een federale overheid die haar boeken op orde heeft, kan beter gewapend de discussie aan met de andere entiteiten over het behalen van die doelstellingen en het billijk verdelen van de lasten. Om het model van samenwerkingsfederalisme dat we voorstaan te laten slagen is het essentieel dat elke entiteit hierin zijn verantwoordelijkheid neemt. Ik steun uw inspanningen op dit vlak.
Collega’s,
Ik besluit:
Regeren is durven vooruitzien.
In de huidige ongeziene situatie met extreem onzekere vooruitzichten is dat niet evident.
Het belet ons niet dat u hier duidelijke beleidslijnen hebt uitgezet voor het begrotingsbeleid voor de volgende jaren op de juiste sporen te plaatsen.
In tijden waarin we door de media dagelijks worden gewezen op het acute gevaar van de pandemie is dat belangrijk en wordt niet altijd in dank afgenomen.
Zelfs in een tijd met veel ‘unknown unknowns’ moeten we echter de blik naar de toekomst richten.
We moeten ons voorbereiden op de wereld nà corona met nieuwe onzekerheden, waarin ook tijdelijk op de achtergrond geraakte uitdagingen als de vergrijzing en het klimaat om gepaste antwoorden vragen.
Dat kan enkel door de weg van een moedig begrotingsbeleid te bewandelen.
Dat opnieuw de weg inslaat van een sanering van onze overheidsfinanciën.
Dat opnieuw onze schuldgraad laat zakken naar een niveau dat ten aanzien van de volgende generaties verantwoord is.
Dat onze overheden in staat stelt optimaal en kostenbewust hun diensten aan onze samenleving te laten vervullen.
Dat beleid zullen wij als Open Vld fractie ondersteunen.
13 november 2020